Ga naar de inhoud

Nefrologie en Cardiologie

Nefrologie of Nierziekte

Onze nieren hebben vele functies maar als de nieren falen, volgt er een opstapeling van vocht en afvalstoffen in het lichaam. De bloeddruk geraakt ontregeld. Er kan bloedarmoede ontstaan door een verminderde aanmaak van hormoon EPO (eythropoëtine) en botontkalking door een ontregelde opname van calcium. Uiteindelijk zal het bloed verzuren.

Nierfalen wordt behandeld met dialyse, eventueel niertransplantatie en een aangepast dieet.

Chronische nierinsufficiëntie

Bij een chronische nierinsufficiëntie is de werking van de nieren gedurende een lange tijd minder goed en is er blijvende schade aan het nierweefsel. De nieren hebben een grote reservecapaciteit. Wanneer de niercapaciteit met 50 % daalt ontstaan er klachten zoals vermoeidheid, verminderde eetlust, misselijkheid, spierkrampen ….. Valt de nierwerking voor meer dan 90 % uit, dan is vaak een nierfunctie-vervangende therapie (dialyse,…) of niertransplantatie nodig.

Veelvoorkomende complicaties van nierziekten zijn: hoge bloeddruk, bloedarmoede, stollingsstoornissen, een verhoogd risico op hart- en vaatziekten, verminderde weerstand tegen infecties, verhoogd risico op breuken …

Het doel van een behandeling is om de achteruitgang van de nierfunctie zoveel mogelijk te vertragen of te stoppen en ook om de complicaties te voorkomen.

  • Eiwitbeperking want eiwitten produceren veel afvalstoffen zoals ureum.
  • Voldoende calorieën.
  • Natriumbeperking bij een te hoge bloeddruk.
  • Vetten: beperking verzadigde vetten omwille van de verhoogde kans op hart- en vaatziekten.
  • Kaliumbeperking omwille van het verhoogde risico op hartritmestoornissen en harstilstand.
  • Fosforbeperking omwille van mogelijke botontkalking.

Cardiologie

Cardiologie behandelt cardio-vasculaire aandoeningen of hart- en vaatziekten.

Hartziekten zijn in de westerse wereld nog steeds de belangrijkste doodsoorzaak bij volwassenen. Cardiologen behandelen mensen met een hartinfarct, ritmestoornissen, hartklepafwijkingen en hartfalen. Naast de behandeling van hartklachten, worden er ook preventief patiënten behandeld met zogenaamde ‘risicofactoren’, zoals een te hoge cholesterol of een hoge bloeddruk.

Zout

1 gram (=1000 mg) keukenzout (=natriumchloride) bevat 400 mg natrium,

We eten gemiddeld wel 10 gram zout per dag. Ons lichaam heeft maar 1 – 3 gram zout (400 – 1200 mg natrium) per dag nodig. We gebruiken dus vijf keer zoveel zout dan ons lichaam nodig heeft. Bij hartfalen mag u maximaal 6 gram zout (2400 mg natrium) per dag.

Vocht

Het lichaam heeft normaal genoeg aan 1500 tot 2000 ml vocht per dag (water, soep, koffie, thee, …)

Bij hartfalen is dat best maximum 1500 ml/dag= ongeveer 10 glazen vocht per dag.

Door de verslechterde pompkracht van uw hart, houden de nieren natrium en vocht vast. Door minder zout te gebruiken en ook de hoeveelheid vocht te minderen, wordt het hart minder belast.

Wettelijke claims:

  • Natriumarm of zoutarm = minder dan 0,3 gram zout per 100 gram.
  • Zeer laag natrium- of zoutgehalte = minder dan 0,1 gram zout per 100 gram.
  • Natriumvrij of zoutloos = minder dan 0,0125 gram zout per 100 gram.
  • Geen natrium / zout toegevoegd = er is geen zout toegevoegd, het product bevat maximaal 0.3 gram zout per 100 gram.