Hoe ontwikkelt zich de smaakzin?
De wereld waarnemen via de zintuigen is essentieel. De perceptie van smaak en geuren begint al voor de geboorte en ontwikkelt zich verder door ervaring. De genetische invloed valt echter ook niet te onderschatten!
Hoewel de meeste eetvoorkeuren ontstaan tijdens de prille kindertijd, evolueren die verder in de adolescentie tot op volwassen leeftijd. Onze samenleving kampt met een obesitasepidemie en daarom is het belangrijk om strategieën te ontdekken waardoor we meer bereid zijn om bepaalde voedingsmiddelen te eten, en dan vooral groenten. Begrijpen hoe de smaak zich ontwikkelt is dan ook essentieel.
Proeven, zelfs al voor de geboorte
De smaken van voedingsmiddelen die vrouwen eten tijdens hun zwangerschap komen onder meer terecht in het vruchtwater. De foetus slikt dit vruchtwater in en raakt zo vertrouwd met het voedsel van zijn mama.1
Na de geboorte went de baby verder aan de smaken van de voeding van zijn moeder via de moedermelk. Deze blootstelling aan smaken kan bijgevolg de smaakvoorkeuren van de baby beïnvloeden. Dat bepaalt evenwel niet de eetgewoonten op latere leeftijd. Tijdens een onderzoek kwamen 24 pasgeborenen in contact met een anijsgeur en een controlegeur. Na de geboorte en op de 4de levensdag vertoonden de baby’s van moeders die anijs hadden gegeten tijdens hun zwangerschap een voorkeur voor deze geur. Bij baby’s van moeders die geen anijs hadden gegeten, zagen de onderzoekers een afkeer of een neutrale reactie.1,2
Een smaakexplosie in de kindertijd
De vroege ontwikkeling van de smaakzin gebeurt ook via de vaste voeding die op het menu komt. Het kind komt dan in contact met een waaier aan nieuwe voedingsmiddelen. Tijdens deze specifieke periode ontdekken baby’s de zintuiglijke eigenschappen (textuur, smaak en geur) van voedingsmiddelen die op volwassen leeftijd deel zullen uitmaken van hun voeding. Wie in contact komt met veel verschillende voedingsmiddelen, vooral tijdens het 1ste levensjaar, zal positiever staan tegenover nieuwe voedingsmiddelen.3
De smaakzin is niet aangeboren maar wordt gaandeweg verworven, het is een leerproces
De voorkeur en afkeer van een kind
Tussen de leeftijd van 2 en 5 jaar hebben heel wat kinderen een ‘voedselneofobie’, waarbij ze weigeren om nieuwe voedingsmiddelen te eten. Het kind vertoont een afkeer voor bepaalde voedingsmiddelen. Meerdere onderzoeken hebben aangetoond dat een voedingsmiddel beter zal aanslaan bij een baby en dat hij er meer van zal eten als het hem meermaals wordt voorgeschoteld. Hoewel deze aanpak heel doeltreffend is, worden voedingsmiddelen meestal slechts een beperkt aantal keer aangeboden aan onze allerkleinsten (vaak minder dan vijf keer). Daarna besluiten de ouders dat hun kind het voedingsmiddel niet lust.3, 4
Kinderen en nieuwe smaken: enkele tips
Extra tips kunnen ouders helpen om hun kinderen nieuwe smaken bij te brengen.
- Laat het kind nieuwe voedingsmiddelen ontdekken met de 5 zintuigen, door aan het kind te vragen om de textuur, de geur en de smaak te beschrijven, hoe het eten eruitziet, enz.
- Noteer hoe het kind het voedingsmiddel ervaart. Misschien kan je eens het visuele aspect of de textuur van het voedingsmiddel aanpassen?
- Laat het kind het eten eens ontdekken door één zintuig minder te gebruiken. Bijvoorbeeld, als je je neus dichtknijpt, smaakt het voedingsmiddel dan hetzelfde?
- Geef als ouder het goede voorbeeld, maar sta open voor wat je kind aangeeft.
- Zorg elke dag voor afwisseling in voedingsmiddelen tijdens de maaltijden.
De genetica beïnvloedt eveneens de smaak!5
We nemen de voedingsmiddelen die we eten waar door moleculaire ‘receptoren’ op de tong en in de neus. Deze ‘receptoren’ herkennen respectievelijk smaken en geuren. Een mens heeft zo’n 35 receptoren om verschillende smaken waar te nemen, en 400 receptoren om geuren te herkennen.
De olfactorische receptoren bevinden zich in zones met meer genetische variatie dan normaal. Daardoor verschilt de smaak- en geurperceptie van persoon tot persoon. De geurperceptie (olfactorische receptoren) kan maar liefst tot 30 à 40% verschillen tussen twee mensen.
Zo kan een derde van het verschil in perceptie van suiker genetisch worden verklaard. Onderzoekers stellen eveneens een sterke variatie vast in het waarnemen van een bittere smaak. Dat verklaart waarom sommige mensen een afkeer hebben voor bittere groene groenten, zoals broccoli en spruitjes. De ouderlijke omgeving, de ervaringen en de genetica spelen dus een sleutelrol in de ontwikkeling van eetvoorkeuren bij het kind. Nieuwe smaken leren waarderen kan al op erg jonge leeftijd, maar iedere persoon is uniek en zal zijn eigen voorkeuren ontwikkelen.3
Gerelateerde producten
ALLSAN
ALLSAN staat voor gezonde producten met meer vezels, minder calorieën, minder suikers en zonder kunstmatige zoetstoffen. ALLSAN kan door zijn specifieke samenstelling bijdragen tot een fitter lichaam en meer vitaliteit. Kies voor een gezondere levensstijl met meer vezels en minder suikers. Smakelijk en gezond, van ontbijt tot tussendoortje.
1Mennella J.A. et al., Prenatal and postnatal flavor learning by human infants. Pediatrics 2001; 107(6):E88 - https://doi.org/10.1542/peds.107.6.e88 2Schaal B. et al., Human Foetuses Learn Odours from their Pregnant Mother’s Diet. Chemical Senses 2000; 25 (6): 729–737 - https://doi.org/10.1093/chemse/25.6.729 3De Cosmi V. et al., Early Taste Experiences and Later Food Choices. Nutrients 2017, 9(2), 107 - https://doi.org/10.3390/nu9020107 4Hetherington M.M. et al., A step-by-step introduction to vegetables at the beginning of complementary feeding. The effects of early and repeated exposure. Appetite 2015; 84: 280–290 - http://dx.doi.org/10.1016/j.appet.2014.10.014 5Archer N. Blame it on mum and dad: how genes influence what we eat. The Conversation. https://theconversation.com/blame-it-on-mum-and-dad-how-genes-influence-what-we-eat-45244