Ga naar de inhoud

Prikkelbare Darm Syndroom (PDS)

Wat is het Prikkelbare Darm Syndroom?

‘Prikkelbare darm syndroom’ (vaak wordt ook de Engelse benaming ‘irritable bowel syndrome’ (IBS) gebruikt) wordt soms ook ‘spastisch colon’ of ‘spastische darm’ genoemd. Het prikkelbare darm syndroom komt voor bij 13 tot 20 procent van de bevolking. Slechts één derde van de mensen met klachten die overeenkomen met het prikkelbare darm syndroom zoekt medische hulp.

De meest voorkomende symptomen zijn: pijn, opgeblazen gevoel, ongemak in de buik met een wisselend ontlastingspatroon (meer dan drie keer per dag of minder dan drie keer per week, geregeld diarree en/of verstopping of een afwisseling van beide), abnormale vorm van ontlasting (zacht/waterig of zeer hard).
Soms gaat het gepaard met andere klachten zoals: misselijkheid, minder goed verteren van voedsel en herhaaldelijk boeren, moeheid, klachten bij het plassen.

De klachten zijn vaak langdurig, komen voor in periodes en zijn doorgaans wisselend van aard.
We delen deze grote groep van patiënten in drie groepen: patiënten met vooral diarree (IBS-D), met obstipatie (IBS-C) of beide (IBS-M).

De Bristol Stool Chart

De Bristol Stool Chart werd ontwikkeld aan de Universiteit van Bristol en voor het eerst gepubliceerd in 1997 in de Scandinavian Journal of Gastroenterology. Het is een instrument dat stoelgang op basis van uiterlijk en consistentie indeelt in zeven verschillende categorieën.

  • Type 1 en 2 verwijzen naar constipatie
  • Type 3, 4 en 5 verwijzen naar een gezonde stoelgang
  • Type 6 en 7 neigen naar diarree

Oorzaak

Tot op heden weten we nog steeds niet wat de exacte oorzaak van prikkelbare darm syndroom is. Het gaat hier vermoedelijk niet om één oorzaak maar om verschillende afwijkingen die een rol spelen in het ontstaan van klachten.
De laatste jaren wordt het ook duidelijk dat veel patiënten een lichte graad van ontsteking hebben in de wand van de darm. Hierdoor kan de beweging (motiliteit) verstoord raken, kunnen de darmen overgevoelig worden (hypersensitiviteit) of kan de permeabiliteit (doorlaatbaarheid) van de darm toenemen.

Verschillende behandelingen die inwerken op de gevoeligheid, de motiliteit en inhoud van de darm werden reeds onderzocht met wisselend succes. Helaas hebben we op de dag van vandaag nog geen eenduidige behandeling voor IBS.
De aandoening kan ook op een andere wijze worden beïnvloed. Door het aanpassen van de voeding proberen we de inhoud van de dunne en dikke darm aan te passen zodat deze minder uitzetten en zo minder onder druk komen te staan. Het is belangrijk om steeds het advies te vragen voor een deskundige zodat je op een optimale manier begeleid kan worden.

Enkele algemene tips na diagnose PDS

Algemeen is het belangrijk om een zich te laten opvolgen door een deskundige. Elke casus van PDS is uniek en vergt ook een unieke aanpak om de klachten op een gezonde manier onder controle te krijgen. We lijsten hier wel graag enkele algemene tips op:

  • Bepaalde eetgewoonten kunnen de klachten minimaliseren. Het wordt aanbevolen voldoende tijd te nemen om te eten, goed te kauwen en te eten op vaste tijdstippen. Een vaste routine komt een goede darmwerking ten goede. Vermijd kunstmatige zoetstoffen (bv. sorbitol) en onoplosbare vezels.
  • Probeer zoveel mogelijk te voorkomen dat u lucht inslikt. Lucht inslikken kan krampen, gasvorming of winderigheid veroorzaken. Door bijvoorbeeld kauwgom te kauwen, te drinken met een rietje en te roken krijgt u veel lucht binnen. Maar denk ook bijvoorbeeld aan bruisende dranken.
  • Matig het innemen van alcohol, koffie (max. 3 kopjes per dag) en het eten van meer dan 3 stukken fruit per dag.
  • Het is aanbevolen om voldoende te bewegen. Stress is een volgende factor die kan zorgen voor meer klachten. Het is dus belangrijk om voldoende te ontspannen.
  • Gebruik tenslotte geen laxeermiddelen of stoppende middelen op eigen initiatief. Bespreek dit telkens met de behandelende arts.

Wat is een FODMAP-dieet?

Het beperken van de FODMAPs (laag FODMAP dieet) zorgt voor een duidelijke vermindering van gas en vocht in de darm. FODMAP is de afkorting voor Fermenteerbare Oligosacchariden (fructanen en galacto-oligosacchariden), Disacchariden (lactose), Monosacchariden (fructose) en Polyolen (Sorbitol, Mannitol, Maltitol, Xylitol en Isomalt). Dit zijn complexe namen voor een verzameling bestanddelen die in onze dagelijkse voeding te vinden zijn.
Deze specifieke moleculen worden slecht opgenomen in de dunne darm en zetten bijgevolg hun reis langs het spijsverteringskanaal verder tot in de dikke darm. Doordat ze niet opgenomen worden trekken ze vocht aan wat de darmen doet uitzetten. Bovendien fungeren ze in de dikke darm als een voedselbron voor de bacteriën die er normaal leven. De bacteriën vergisten deze FODMAPs wat bij sommige mensen, met een hogere gevoeligheid, kan leiden tot de symptomen van het prikkelbare darm syndroom (IBS) zoals opzetting, pijn en veranderde stoelgang.
Degelijk onderzoek heeft aangetoond dat het volgen van een laag FODMAP dieet de gasproductie in de darm en andere klachten vermindert. Het laag FODMAP dieet wordt dan ook beschouwd als één van de belangrijkste doorbraken in de behandeling van IBS.

Bij het volgen van dit dieet worden voedingsmiddelen rijk aan deze koolhydraten tijdelijk beperkt. Dit is niet altijd even gemakkelijk aangezien we deze koolhydraten terugvinden in veel voedingsmiddelen die belangrijk zijn voor een gezonde en evenwichtige voeding.
Het is dus belangrijk dat dit dieet wordt gevolgd onder begeleiding van een diëtist om tekorten aan vezels, vitaminen en mineralen te voorkomen. Het laag FODMAP dieet is een gepersonaliseerd dieet, dit wil zeggen dat het voor iedereen anders kan zijn. Het is de bedoeling dat enkel FODMAPs worden geschrapt die voor jou klachten veroorzaken.

Volgens Holland & Barret kunnen we het low-FODMAP dieet opsplitsen in 3 fasen:

1. In de eliminatiefase worden alle voedingsmiddelen rijk aan FODMAP’s geschrapt gedurende 4 tot 8 weken.

2. In de herintroductiefase worden de FODMAP-rijke voedingsmiddelen geleidelijk aan weer toegelaten. In deze fase kunnen we achterhalen welke FODMAP’s zorgen voor klachten en welke niet.

3. In de personalisatiefase kan je een persoonlijk voedingspatroon samenstellen door enkel de FODMAP’s te schrappen die voor jou klachten veroorzaken.

De verschillende FODMAP’s

Fructanen zijn ketens opgebouwd uit verschillende fructosemoleculen. Deze ketens kunnen variëren in lengte.
Fructanen worden slecht geabsorbeerd door alle mensen. De dunne darm beschikt niet over de mogelijkheid om de ketens af te breken. Het beperken van deze deeltjes in de voeding is nuttig voor de meeste mensen met IBS.

Belangrijkste bronnen: tarwe en rogge, verschillende soorten fruit en groenten, toegevoegde ingrediënten, o.a. fructo-oligosacchariden (FOS), oligofructose of inuline (soms prebiotica genoemd).

Galacto-oligosacchariden zijn ketens van verschillende lengtes die bestaan uit een aaneenschakeling van galactosemoleculen.
GOS worden, net als fructanen, slecht geabsorbeerd door alle mensen gezien de dunne darm de ketens niet kan afbreken. Het beperken van deze deeltjes in de voeding is nuttig voor de meeste mensen met IBS. De belangrijkste bronenn zijn peulvruchten.

Polyolen zijn suikeralcoholen. Ze komen van nature voor in voedingsmiddelen, maar worden ook vaak als zoetstof toegevoegd door de industrie. Polyolen worden slecht geabsorbeerd door veel mensen en kunnen IBS-klachten uitlokken.
Belangrijkste bronnen: verschillende soorten fruit en groenten, suikervrije kauwgom en muntjes.

Fructose is een monosaccharide. Fructose wordt slecht geabsorbeerd door sommige mensen, maar moet in principe niet door iedereen vermeden worden. Belangrijkste bronnen: verschillende soorten fruit en fruitsap, honing en agavesiroop.

Glucose, een andere monosaccharide, helpt bij de absorptie van fructose. Wanneer een voedingsmiddel dus een goede verhouding glucose/fructose bevat, kan het wel gegeten worden.

Lactose, of melksuiker, is een disaccharide bestaande uit glucose en galactose.
Lactose wordt slecht geabsorbeerd door sommige mensen, maar moet in principe niet door iedereen vermeden worden. Sommige patiënten ontbreken het enzym lactase en dienen lactose zeker te mijden in hun voeding. Belangrijkste bronnen: melk, yoghurt, zachte kazen.

Welke producten zijn rijk aan FODMAP’s?

Fructanen

• ontbijtgranen
• brood
• pasta
• ui, knoflook
• prei
• in sommige melkdranken en yoghurtsoorten
• in sommige vezelpreparaten als prebiotica

Lactose

• koemelk
• chocolademelk
• yoghurt
• karnemelk
• roomijs
• room
• cottage cheese• boter
• vaste kazen (+8 maand)
• pannenkoeken
• instant cacao
• pudding
• brood en gebak
• medicatie (tabletten, capsules)
• kant-en-klare maaltijden
• bouillonblokjes

Polyolen

• suikervrije kauwgom (xylitol)
• andere ‘suikervrije’ producten (snoep, drop, keelpastilles)


Galactanen

• peulvruchten (bonen, linzen, kikkererwten)
• pistachenoten, cashewnoten

Fructose

• fruit (appel, peer)
• honing, zoetstoffen

TIP : Ken de oorzaken van je triggers en laat je begeleiden door deskundigen. Een aangepast dieet is de basis, spijsverteringsenzymen kunnen voor bepaalde triggers (bv. lactose) een extra ondersteuning bieden.

TIP : Analyseer steeds het etiket voordat je voedingsmiddelen inneemt en let op voor onderstaande namen dat eveneens wijzen op de aanwezigheid van FODMAPs:

  • Polyolen: sorbitol E420, maltitol E965, mannitol E421, xylitol E967 en isomalt E953.
  • Fructose: fructose, fructose siroop, glucose-fructose siroop, fructoseglucose siroop, fructoserijke maïssiroop.
  • Fructanen: Fructo-oligosacchariden (FOS), inuline, oligofructose, prebiotica.